Deze week zijn we in Zentrum weer begonnen met een nieuw seizoen. Voor de leraren vaak een aanleiding om een nieuw thema of een andere invalshoek te nemen voor de komende tijd.
In mijn groepen wil ik de komende tijd werken met iets wat heel typerend en uniek is voor de Zentraditie: de koan.
Een koan is een existentiële vraag, die met alleen de ratio niet bevredigend te beantwoorden is. De traditionele koans komen meestal voort uit verhalen die teruggaan op historische gebeurtenissen en ontmoetingen tussen zenstudenten en hun leraren. Veel van die verhalen spelen zich af in het oude China van tussen 600 en 900 AD, een tijd die wordt beschouwd als de grote bloeitijd van Zen. In China kreeg het Boeddhisme een enorme impuls van het Daoisme, iets wat heel duidelijk naar voren komt in de praktische, concrete en no-nonsense antwoorden van de leraren op de vragen van hun leerlingen.
Ziehier een voorbeeld van een traditionele koan:
’Joshu vroeg aan Nansen: wat is de Weg? Alledaagse geest is de Weg, antwoordde Nansen. Moeten we ons er op richten, vroeg Joshu? Als je dat doet, raak je ervan af, zei Nansen. Hoe kan ik de Weg kennen als ik me er niet op richt, hield Joshu aan.
De Weg is geen kwestie van weten of niet-weten. Weten is misleiding en niet-weten is verwarring. Als je de ware Weg, door de twijfel heen, wilt bereiken: plaats jezelf dan in dezelfde vrijheid als de weidse hemel. Hoe zou je daarover kunnen spreken in termen van goed of niet-goed? Bij deze woorden kreeg Joshu plotseling inzicht.’
Zoals je ziet is dit verhaal teruggesnoeid tot zijn essentie. De context doet er niet zo toe blijkbaar. Dat maakt het ook makkelijker om de vraag, jóuw vraag te laten zijn, wat de bedoeling is van de koan.
Het gaat over jou nú, niet over een ander tóen. Ze gaan altijd over de grote levensvragen die we ook uit ons eigen leven kennen: waar gaat dit leven over, wat is de zin ervan, waartoe al die inspanningen, wat is goed, wat is kwaad, wat is werkelijk geluk, vrede, wat geeft echte voldoening, wat werkt, wat niet…. en ga zo maar door.
Deze vragen zijn van alle tijden en houden ons al sinds mensenheugenis bezig.
Alle filosofie, alle religie en uiteindelijk al ons denken en handelen – in al zijn grootse en verschrikkelijke variaties – komt hieruit voort.
Zen zet in op het verhelderen van deze grote kwesties, samengevat als:
‘De grote zaak van van geboorte, leven en dood’.
En de noodzaak van bezinning hierop is iets wat op dit moment nauwelijks dringender lijkt. Voor ons eigen leven, voor het leven op aarde. Maar feitelijk was dit natuurlijk altijd al zo: élke tijd kent zijn eigen urgente problematiek.
Koan probeert je hersenpan, je traditionele kennis en (het wel denken te) weten open te wrikken, opdat er iets anders kan oplichten dan het voor de hand liggende, versleten en gebruikelijke antwoord. De inzet is altijd: een nieuw en echt verhelderend inzicht en daarmee een andere zijnswijze.
Dat doe je door de kwestie in je op te zuigen, levend te houden, te kijken en te voelen wat het bij jou oproept. Door de vraag te laten resoneren – zonder al te snel de oplossing willen hebben – kan er iets bevrijdende of ‘verlichtends’ gebeuren.
We zeggen ook wel: je moet de vraag wórden
Dit is ook een uitstekende manier om je eigen thema’s te bevragen die met de ratio alleen niet zijn te tackelen. Vragen als: wat is rechtvaardigheid, wat is vrede, wat is het om een vader of moeder te zijn, wat is het goede (of kwade), wat is ouderdom…wie ben ik?
Het vraagt tijd, ruimte en inzet om die vragen werkelijk serieus te nemen en je niet alsmaar te (blijven) verliezen in je dagelijkse beslommeringen, hoe belangrijk die ook mogen zijn.
Want het punt is dat deze kwesties niet met de ratio, wetenschap en daadkracht alleen te beantwoorden zijn. Hoeveel goeds dat ons ook kan brengen: ze kunnen dit niet ’oplossen’. Onze wijsheid loopt enorm achter op onze kennis, onze spirituele ontwikkeling mijlenver achter op onze materiële ontwikkeling. Berenvellen en knotsen hebben alleen maar plaats gemaakt voor tot de tanden gewapende soldaten, tanks en bommen. Maar we slaan er nog steeds gewoon op los bij de minste of geringste bedreiging.
We hebben een innerlijke revolutie nodig: en helaas moeten we hier allemaal zelf opnieuw het wiel uitvinden. Waar je wat kennis en wetenschap betreft kunt voortborduren op het voortschrijdend inzicht van anderen, moeten we het hier voor onszelf uitzoeken. Hulp en ondersteuning is er zeer zeker wel – dat is waar we voor staan in Zentrum uiteraard – maar als ik het niet voor mezelf realiseer, dan heb ik er niet veel aan….en anderen ook niet. De wijsheid ligt op straat en is al googelend overal te vinden, maar die wijsheid moet concrete werkelijkheid worden in ons leven. Anders blijft het dweilen met de kraan open.
Koan is een symbolische en religieuze taal en dat is iets anders dan wetenschappelijke, economische, sociale of culturele taal. Werken met een koan is de ‘gewone’ taal tot zwijgen laten komen zodat een andere diepere taal zijn werk kan doen. Alleen dat kan ons een doorleefd inzicht bieden in het leven van onze alledaagse ‘geest’, ons alledaagse leven. Alleen daar ligt het ware antwoord op al onze vragen.
* De enige traditie met iets vergelijkbaars voor zover ik weet, is de Joods-Chassidische traditie met zijn vele verhalen en anekdotes, vooral bekend geworden door Martin Buber en Elie Wiesel. Ook daar komen de grote vragen en worstelingen langs die in ons leven spelen en waarin altijd de hoop zit vervat dat er een antwoord is.