Hebben religieuze rituelen ons nog iets te zeggen in een geseculariseerde tijdsgewricht als het onze en kunnen we er nog iets mee?
In ons gewone dagelijkse leven hanteren we waarschijnlijk meer rituelen dan we weten. Zij smeren de raderen van ons dagelijks leven en faciliteren onze communicatie. Iemand een hand geven bij een ontmoeting – met Covid nu wat minder normaal helaas – is een ritueel dat het makkelijker maakt een contact aan of in te gaan.
Maar dat noemen we misschien eerder een goeie gewoonte of een goed gebruik dan een ritueel.
Godsdienstfilosoof Tjeu van de Berk maakt een onderscheid tussen gebruik en ritueel als hij stelt dat een ritueel niet zozeer een daad is – die altijd doelgericht is – maar een handeling, waarbij het doel in die handeling zélf besloten ligt: een in scène gezette symbolische handeling om ons los(ser) te maken van ons ‘denkende denken’ en je te kunnen overgeven aan het moment.
Over het algemeen hebben we best wel moeite met religieuze rituelen. Tenzij je in een religieuze of specifieke spirituele traditie traditie zit waarmee je bent opgegroeid en/of waarvan je nog deel uitmaakt.
Maar is dat niet het geval, ben je daar niet aan gewend, dan hebben we al snel het gevoel dat het in het ritueel erom gaat onszelf klein of nederig te moeten maken. Ons iets opdringt waar we geen behoefte aan hebben.
Niet zelden blijkt dat een restant te zijn van een religieus verleden of een verleden waarin we ons maar te voegen hadden naar wat de autoriteiten ons voorschotelden.
Die weerstand is volstrekt begrijpelijk en vaak ook terecht.
Bovendien wordt die vaak nog extra versterkt door een innerlijke houding die doordrongen is van ons individualistische levensgevoel, waarin we zélf wel uitmaken wat we doen en niet doen. Wat goed is voor ons en wat niet.
Toch schuilen er ook schoonheid en een verborgen kracht in het ritueel en kan het ons veel leren.
In Zen – maar dat geldt ook voor ons praktische leven – is het onszelf tijdelijk even kunnen vergeten en opgeven, een van de belangrijkste aspecten van onze beoefening. Onszelf vergeten wil hier zeggen: je vastgeroeste ideeën en overtuigingen even laten voor wat ze zijn, om ruimte te maken voor de openheid en helderheid van de situatie op dit moment.
Dat vraagt erom je trots even opzij te kunnen zetten. De Zenmeester Charlotte Yoko Beck schrijft dat wij allen door ‘de poort van de trots’ moeten durven gaan om – al dan niet spiritueel – te groeien. Ben je vrij om mee te gaan met zoals het nu gaat, hier in het ritueel, maar ook straks in je leven?
Door de eindeloze herhaling krijg je elke keer weer opnieuw de gelegenheid om dit te doen. Meegaan in een ritueel leert je te kunnen buigen voor alles en iedereen als dat aan de orde is.
Het ritueel is een expressie van een houding die geen onderscheid maakt tussen belangrijk en onbelangrijk, tussen wat ik wil en wat er gevraagd wordt. Tegelijk is het een uitdrukking en oefening van eenheid: met mezelf, de mensen om me heen en de situatie waarin ik zit.
Het ritueel kan je laten ontdekken dat alles wat we doen de moeite waard is om goéd te doen. En dat als we het zo doen. kunnen merken dat het tegelijk iets doet met ons: het je aandachtig en ontvankelijk maakt voor dit moment, voor wat je nú doet, nú bent, kortom voor het geheim, de diepte van je leven.
Het kan je ook de perfectie van het onvolmaakte laten zien (Wabi Sabi noemen ze dat in Japan*)
En verder dat we belangeloos kunnen zijn, dingen doen zonder je meteen weer af te vragen: wat levert me dit op.
Van den Berk zegt verder over het ritueel dat er geen enkel resultaat beoogd wordt: je hoeft het alleen maar te doen en wel zo precies mogelijk op de voorgeschreven wijze. De handeling wordt zo ‘zinloos’ mogelijk uitgevoerd, om ruimte te scheppen voor iets anders. Van den Berk pleit voor een herwaardering van een dergelijk ‘ritueel bewustzijn’.
Tegenwoordig is iedereen bezig met het verruimen en verhogen van het bewustzijn. In het ritueel wordt het (denk)bewustzijn juist beperkt en ‘onschadelijk gemaakt’, om ruimte te maken voor andere, instinctieve en intuïtieve krachten.
Wat zazen (formele zen-zit-meditatie) en ritueel betreft zegt de moderne zenmeester Maurice Knegtel het zo:
‘Voor Zenmeester Dogen (100-1215) is zazen geen methode om verlichting te bereiken, maar een ritueel waarin we de verlichting van de Boeddha ‘naspelen’ (zoals in de middeleeuwse mysteriespelen de kruisiging van Jezus werd opgevoerd). Door onze door en door fysieke identificatie met de Boeddha en zijn verlichting, komen er allerlei instinctieve krachten vrij die ons transformeren op onbewust niveau.
Dit heeft niets te maken met een of andere ‘spirituele’ inspanning die we verrichten: voor Dogen is zazen geen spirituele maar een somatische praktijk. Het gaat er niet zozeer om dat we een hoger geestelijk inzicht bereiken, maar dat we fysiologisch getransformeerd worden.’
Naast zazen kent Zen nog andere rituelen, zoals loopmeditatie en ritueel eten of thee drinken. En er wordt aardig wat gebogen. In sommige zenscholen – met name de zenkloosters – hebben ze veel en uitgebreide rituelen.
Bij ons in Zentrum is het beperkt tot een aantal vrij eenvoudige rituelen en geformaliseerde gebruiken. Maar hoeveel of hoe weinig ook: altijd wordt het uitvoeren van het ritueel gezien in het licht van het alsmaar verder slijpen en verfijnen van onze beoefening, ons karakter en ons leven.
* Op dit moment is er een tentoonstelling te zien over Wabi Sabi in het von Sieboldthuis te Leiden. Tot 15 januari 2023.