Sesshin als vagevuur: een stookplaats voor waanideeën en het afbetalen van je hypotheek

Een zenmeester zei ooit dat de zendo geen vredige toevluchthaven is, maar een stookplaats voor onze egoïstische waanideeën.

Dit ‘egoïstische’ is niet perse een veroordeling of waardeoordeel, maar de nuchtere constatering dat we een groot deel van onze tijd obsessief bezig zijn met onszelf.
Een grappige paradox is dat we veelal onbewust bezig zijn met wat anderen van ons denken, terwijl die anderen op hun beurt ook weer vooral met zichzelf bezig zijn en nauwelijks met jou.

Dit weet je natuurlijk al lang, maar ons ‘systeem’ gaat zijn eigen gang en brandt op oude aannames en overlevingsangsten en -strategieën, waaronder deze nerveuze gedachte: ‘wat vinden ze van me’.
In meditatie neem je wat afstand van jezelf, wordt het allemaal wat transparanter en kun je zien hoe je van alles aan het creëren bent.

In dat proces – zonder dat je dat nou zo in de gaten hebt – worden onverwerkte resten uit je verleden verbrand of als het ware ontdaan van hun ontbrandingsgevaar: de lont gaat eruit. In de geplande, bewust vrij gemaakte tijd van zazen ontstaat er ruimte om je verleden te integreren, te omvatten en een plek te geven in je bestaan van nu. Hoe? Door vrij en open te kijken, te zien, te schouwen welhaast, onvervaard en bijna onpartijdig. Daarin ontstaat een proces van aanvaarding van wat je ziet en voelt. In het vuur van de aandacht kunnen onze onverwerkte, emotionele levensfeiten uit het verleden, opbranden en worden we vrij gezet.

Het advies om regelmatig te mediteren, liefst dagelijks, is om jezelf bij de les te houden en niet teveel geleefd te worden door de dagelijkse hectiek. Die kan je gigantisch verstrooien en afhouden van wat er werkelijk toe doet in je leven.
Als we niet regelmatig ‘zitten’ is het moeilijk te zien dat de manier waarop je naar je werk fietst of hoe je met je partner omgaat, óók onze beoefening is. Kortom: we zitten om scherp en wakker te blijven.

In mijn meditatie vanochtend plopte ineens het idee van ‘vagevuur’ bij me op. Niet iedereen is vertrouwd met dit begrip, maar voor mij als katholiek opgevoed jochie was en is het nog steeds een vanzelfsprekend gegeven. Het vagevuur, zo werd mij geleerd, is een tussenstadium waar je heen gaat als je nog niet zuiver genoeg bent om direct de hemel binnen te gaan.

En ineens dacht ik: zazen is een soort vagevuur. Je ondergaat een zuivering van alles wat je aankleeft en verhindert dat je werkelijk vrij bent om leven en dood in al zijn aspecten te omvatten en te leven. Het voorzetsel ‘vage’ slaat op ‘vegen, uitvegen’. De protestanten liepen hier ooit en misschien nog? tegen te hoop, vooral door het misbruik dat de clerus hiervan maakte. Terecht, maar het kind werd als zo vaak ook hier met het badwater weggegooid. Want dat begrip ‘vagevuur’ is zo gek nog niet, zeker als ik het in verband zie met mijn beoefening van nu.

In het dagelijkse zitten verwerk je de dingen van de dag: dat schoont op en geeft lucht. Maar als je je ‘hypotheek wilt afbetalen’ – zoals een van mijn leraren dat treffend noemde – is het behulpzaam als je van tijd tot tijd wat langer achter elkaar kunt mediteren.
Traditioneel hebben we daarvoor de sesshin: een periode waarin het normale werkzame leven wordt stil gelegd – meestal voor drie tot zeven dagen – en je je uitsluitend intensief bezighoudt met je beoefening.

In een sesshin is het niet makkelijk jezelf te ontlopen, maar daar kom je dan ook niet voor. Het is een confrontatie met jezelf. Tegelijk is het ook een soort vakantie omdat het je vrijmaakt van alle normale beslommeringen zodat je nergens over hoeft na te denken. Alles is gegeven: de tijden voor zazen, dharma onderricht, koffie, eten, vrije tijd…..
Je hoeft je ‘alleen maar’ over te geven aan het ritme van de dag, aan de inspanning van het zitten en aanwezig te blijven.

In de fysieke inspanning komen vaak de mentale ‘bubbels’ waarmee je worstelt – en nu ook vaak de oude – makkelijker omhoog. En dan is het zaak om het verbrandingsproces – dit vagevuur – zijn gang te laten gaan waardoor onze egoïstische waanideeën kunnen verbranden. Opdat er een ander perpectief kan ontstaan op wat zo voor de hand liggend lijkt en tegelijk heel bijzonder is: je eigen leven van dag tot dag.

Sesshin is een Japans woord en heeft meerdere betekenissen. Een ervan is ‘het verzamelen van de Geest, een woord waarin hoofd, hart en buik vervat zitten.
Een andere uitleg verwijst naar ‘geraakt worden in je hart’. Hoe dan ook: het is een intensieve tijd en een gelegenheid om totaal aanwezig te zijn in alles wat je doet. Zonder afleiding, of het nou zitten, lopen, eten, koffie drinken of werken is.

Interessant is dat in de Japanse zendo’s niet het beeld van de Boeddha staat, maar dat van Manjusri: de bodhisattva van wijsheid. Hij heeft altijd een tweesnijdend zwaard in de hand. Dat zwaard snijdt alle egocentrische denken af – althans dat is de inzet – en geeft daarmee nieuwe ruimte. Het zwaard doodt én schenkt leven.
Dat is sesshin en dat is zazen: zien wat je allemaal aan wanen zit te bedenken en je daar voortdurend van vrijmaken; niet gewelddadig, eerder vriendelijk, maar tegelijk ook helder en snijdend. Je moet bereid zijn het zwaard te hanteren en het vuur van je aandacht te gebruiken.

Ik zie voor me hoe Manjusri al zwaaiend met zijn vlammende zwaard door het vagevuur van de zendo loopt en alle onzin afkapt om het ware tot leven te brengen……

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s