Gelijkmoedigheid nogmaals

Niet zo lang geleden hoorde ik de term ‘Teflon-boeddhisme’, een treffende bewoording die je meteen laat weten wat er bedoeld wordt. Nog steeds denken blijkbaar veel mensen dat een Boeddhist iemand is die alles van zich af kan laten glijden, of op zijn minst daar naar streeft.
En het vraagt best nog moeite om dit beeld te ontzenuwen, zelfs bij mensen die al een tijdje bezig zijn met (zen)boeddhisme!

Vandaar dat we in de lessen van de afgelopen weken zijn ingegaan op begrippen en bewoordingen die dit misverstand in de hand werken.

Daarbij onderzochten we onder andere het begrip ‘gelijkmoedigheid’ dat makkelijk de associatie oproept met een soort kouwe ongenaakbaarheid en onkwetsbaarheid: een soort staat van Zijn waarin de dingen ons niet meer raken en we niet meer uit onze koers worden geslagen.
Gelijkmoedigheid zou passief zijn en onverschillig naar het lijden van de ander en wereld. In het vorige stuk heb ik deze gedachte al onderzocht (zie blog van 30 september j.l.) en proberen te ontmaskeren als een verkeerde voorstelling van zaken.
Gelijkmoedigheid vraagt juist een actief en voortdurend wakker zijn. Sleutelwoorden zijn: overgave aan wat is: wie je bent, wat je doet en niet-doet…..Eén worden met: je wórdt het, je bent het.
Gelijkmoedigheid is het je herinneren én de akker blijven bewerken; en het vergt inzet en moed om te zien wat je vaak niet wilt zien en aangaan.
Een activiteit kortom, een voortdurend jezelf opwekken om te zijn waar je bent. Deze activiteit kan in de loop van de tijd wél steeds vanzelfsprekender worden, steeds meer vanzelf gebeuren en daarmee steeds passiever worden.

Iemand als Meester Eckhart gebruikt het woord ‘gelatenheid’ vaak; een woord dat bij ons negatieve gevoelens oproept van fatalisme en passiviteit, maar in het Duits een andere lading heeft, zeker bij Eckhart. Bij hem is gelatenheid een houding waarbij ons denken, spreken en handelen niet wordt bepaald door zelfzuchtige motieven, maar wordt gedragen door een innerlijke stilte.

Hij spreekt van een wijdte die de ziel omvangt. Die wijdte is een staat van pure ontvankelijkheid, die zich in ons kan openbaren, op voorwaarde dat we gelaten zijn. En gelaten wil dan zeggen dat je alle fixaties waarin je gevangen zit loslaat; dat je alles loslaat wat niet echt van binnenuit komt.
Hoe weet je wat van binnenuit komt en wat van buiten?
Een toetssteen is hier het gevoel. Er bestaat geen duurzamer vreugde volgens Eckhart dan een vreugde die is geworteld in wat echt bij jou van binnenuit komt.
Je moet niet handelen, zegt hij, ’om wat dan ook dat buiten jezelf ligt, maar uitsluitend om wat in jou je eigen wezen en je eigen leven is’.
(vrij geciteerd uit een interview met Gerard Visser in Trouw n.a.v. zijn boek ‘Gelatenheid, Gemoed en hart bij Meister Eckhart’).

Nog een citaat dat ik heel mooi geformuleerd vind, deze keer van Karin Armstrong uit haar boek ‘Boeddha’:

‘Wat er was uitgedoofd (met Boeddha’s verlichting) was niet zijn persoonlijkheid, maar de vuren van hebzucht, haat en waandenken.

Als gevolg daarvan ondervond hij een weldadige ‘koelte’ en vrede. (…)
Het feit dat hij het nirwana had bereikt betekende niet dat de Boeddha nooit meer zou lijden. Hij zou oud worden, ziek worden en sterven en daarbij net als andere mensen pijn ondervinden.
Het nirwana schenkt een ontwaakt iemand geen tranceachtige immuniteit, maar een innerlijk toevluchtsoord dat een man of vrouw in staat stelt te leven met pijn, er bezit van te nemen, die te bevestigen en een diepe gemoedsrust te ervaren te midden van lijden.
Het nirwana is daarom te vinden in jezelf, in de kern van het wezen van iedere persoon.
Het is een volledig natuurlijke toestand, die niet wordt verkregen door genade of voor ons wordt bewerkstelligd door een bovennatuurlijke heiland, maar door iedereen kan worden bereikt die het pad naar verlichting net zo onverdroten volgt als Gautama. Het nirwana is een stil middelpunt en geeft het leven betekenis. Mensen die het contact met deze vredige plek verliezen en hun leven daar niet naar inrichten, kunnen instorten.’ (Karin Armstrong: Boeddha.)
De term ‘in bezit nemen’ had ik nog nooit eerder gehoord in dit verband en vind ik treffend. Ook het lijden behoort tot mijn leven. Door er bezit van te nemen maak ik het tot mijn leven en maak ik mijn leven heel en compleet, hoe graag ik het er eigenlijk ook uit zou willen hebben.

Ook mooi: het nirwana – verlichting, bevrijding – is een natuurlijke toestand. Je hoeft er geen gekke dingen voor te doen; eerder al die gekke dingen te laten.
Verlichting is ons geboorterecht zeggen we in Zen.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s