Gelijkmoedigheid

In de lessen ben ik momenteel bezig om veelgebruikte mooie woorden, begrippen, uitspraken en slogans uit het ‘spirituele domein’ te onderzoeken en te bespreken. Daarbij is het cruciaal dat iedereen ze voor zichzelf  onderzoekt en ermee ‘werkt’ in de dagelijkse gang van je leven.
Alleen zó kun je uitvinden en ervaren wat ze in het echt betekenen en hoe ze werken of juist niet.
Vanwaar dit onderzoek? Omdat veel van die begrippen al te vaak aanleiding geven tot misverstanden en eenzijdige interpretatie en beoefening.
Een van die begrippen is ‘gelijkmoedigheid’, een containerbegrip waaronder een groot aantal andere noties verscholen liggen. Zoals: alles is goed zoals het is; elke dag is een goeie dag; geen voorkeur of afkeer; het is zoals het is, laat het zijn…je kent er vast nog wel een paar.
Ook woorden als: gelatenheid, sereniteit, acceptatie, niet-doen, vul maar aan…..
Sommige mensen gruwen van deze woorden omdat ze het beeld bevestigen van ‘spiri-wiri’s’: wereldvreemde nietsdoeners die een beetje op hun krent zitten, hun navel intens bestuderen en de wereld laten barsten. Een bekende karikatuur, maar tegelijk moet je erkennen dat de taal die we gebruiken aanleiding kan geven tot dit soort vooroordelen.
En óók als ‘volger van de weg’ (zoals de Chinese Zenmeester Lin Chi zijn studenten noemde) kun je aardig op een dwaalspoor raken door taal.
Want er er gaat een enorm appèl uit van begrippen als gelijkmoedigheid en de beelden en gevoelens die ze kunnen oproepen. Ze geven ons de sensatie dat er zoiets mogelijk moet zijn als sereniteit, innerlijke balans, zinvolheid en een samenhangend verband waarin de dingen en wijzelf vanzelf op hun plek vallen.
Dat is een juiste intuïtie wat mij betreft. En dat brengt ons ook op weg. Alleen: door onze verbeeldingskracht kunnen deze beelden soms een wel erg romantische en niet-realistische lading krijgen.
En dan kan het gebeuren dat we ‘gelijkmoedigheid’ gaan associëren met een soort permanente staat van zijn: een soort gezegende staat van Zijn waarin je voortdurend in staat bent perfect in balans te blijven. Het kan haast niet anders of de enorme populariteit van het Boeddhabeeld nu voldoet aan dat verlangen en komt daaruit voort.
Het gevaar van die ver-romantisering  – die zoals gezegd ook een heel belangrijke functie heeft – is dat de realiteit en de moeilijkheden van de beoefening zó kunnen tegenvallen, dat je gefrustreerd afhaakt of jezelf enorm in weg kunt zitten omdat je ‘het’ niet  goed doet. Als onze idealen alsmaar onhaalbaar blijken en we de bakens niet kunnen verzetten naar een meer realistische kijk, haken we teleurgesteld af.
Inspiratie slaat om in frustratie en dan gaan we weer op zoek naar iets waarvan we hopen dat het wél zal brengen wat ik zoek. Tot ook daar weer blijkt……
Zo shoppen we soms van de ene spirituele toko naar de andere. Net zolang tot de plaatjes voldoende versleten raken en we op een meer realistische basis onze beoefening voortzetten.
Er komt een moment dat die beelden van onbewogen Boeddha’s, Qi-gong- en zenmeesters of martial art artiesten in gruizels vallen. De guru’s in smetteloos witte jurken zijn we al wel voorbij, maar diep in ons sluimeren andere ideale heldenbeelden; soms aan de oppervlakte, vaak subtiel ondergronds. Ik spreek uit eigen ervaring.

Er bestaan een paar mooie typische zenvragen in dit verband die je op een realistischer spoor kunnen zetten. Bijvoorbeeld:

‘Hoe ga je rechtdoor op een weg met 99 bochten?’  Of: ‘Kun je me een onbeweeglijke boom laten zien in een zware storm?’
Hoewel de antwoorden voor de hand liggen, schept de taal ook meteen verwarring. De valkuil ligt voor de hand: je hebt haast – om wat voor reden ook – en je wilt de snelste weg. Of je zit in zwaar weer maar je houdt je sterk, je laat je niet kennen en geeft geen krimp. Met andere woorden, je houdt vast aan je ideeën  en kunt niet met de concrete werkelijkheid mee bewegen.De goeie antwoorden zijn niet zo moeilijk te zien, maar om ze te realiseren in je dagelijkse leven is andere koek, ook als je het helder ziet.
Afgelopen week kwam er een gedachte op tijdens mijn ochtendzit: gelijkmoedigheid is ook ’vrijmoedigheid’.
Die inval kwam niet uit het niets: ik zat met een lastige kwestie in mijn maag waar ik liever omheen wilde. Niet vreemd dus dat ik helemaal geen zin had om te zitten.
Ik raad altijd iedereen aan om dan tóch, of beter nog: juist dán te gaan zitten. Dus ik klom toch op mijn kussen, min of meer tegen de verdrukking in.
En weer gebeurde het (het wonder van zazen noem ik dat) dat er in die twintig minuten iets gebeurde dat me weer vrij zette. En toen kwam dat woord in me op: vrijmoedigheid. Vrijmoedigheid, niet in de zin van brutaliteit, maar in de zin van ‘de moed om vrij te kijken, te voelen en te denken’. Of zo je wilt: de vrijheid om moedig te kijken, wat wil zeggen: eerlijk, onverbloemd, zonder weg te duiken in allerlei verhalen waarmee je jezelf meestal probeert te beschermen tegen de werkelijkheid en je gevoelens daaromtrent.
Want we hebben vrijheid en moed nodig om te zien wat we niet willen zien. Om te erkennen, te laten doordringen, je er doorheen te voelen.
Omdat er langsheen gaan niet echt werkt, hooguit tijdelijk.
In een beroemd verhaal vraagt de Chinese Zenmeester Ummon aan zijn verzamelde monniken: ik vraag je niet naar de dagen vóór de 15de van de maand; maar over die van daarna. Kom en vertel me over deze dagen! Omdat niemand wat zei, gaf hij zelf het antwoord: ‘Elke dag is een goeie dag’.
Deze slogan ‘elke dag is een goeie dag’ is zo’n verwarrende uitspraak waarover we het hebben. Iedereen weet dat niet elke dag een goeie dag is. Boeddha’s eerste grote inzicht was dat het leven ‘dukkha’ is en door ons als kommervol en moeizaam wordt ervaren. Waarom zegt Ummon dit dan?
Dit is zo’n traditionele vraag waar je als zenstudent mee wordt opgezadeld en waar je een bevredigende respons op moet zien te vinden. Niet in de vorm van uitleg, maar door het te laten zien of te laten horen. Dat is namelijk de essentie van koanstudie: geen uitleg maar presentatie, expressie; laat me zien: ‘elke dag is een goeie dag’.
Overigens: de uitspraak van Ummon kan de indruk wekken dat het niet gaat om je verleden, maar over het nú en wat daarna komt…. Maar in dit vrijmoedig werken met gelijkmoedigheid moet je ook de items uit het verleden die je dwars zitten, omvatten als zijnde je leven. Alleen dán gaat de angel eruit; soms meteen, maar vaker heeft het tijd nodig om eruit te zweren.
Gelijkmoedigheid lijkt te maken te hebben met het toelaten van licht en lucht opdat je minder bezeten wordt door ’de dingen’ en daarmee kunt zijn zonder in paniek of overmoed te schieten. Gelijkmoedigheid blijkt een balans te zijn waarvan de wijzer nooit stil in het midden staat. Trillend staat-ie rond het midden – als het goed gaat – met regelmatige uitslagen naar links en rechts. Gelijkmoedigheid is inclusief dat uitslaan van de balans: dat durven zien, dat weten en dan doorgaan met wat je te doen hebt.
Er is nog veel meer te ontdekken over dit begrip ‘gelijkmoedig’. Ik moedig iedereen graag aan om dit verder en dieper te onderzoeken.
Hoe werkt gelijkmoedigheid in jouw leven?

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s