Altijd aan het begin van een meditatie bijeenkomst reciteren we de *Hartsutra. Een tekst die bijna overal in de wereld in de Zencentra wordt gereciteerd. Vaak in het Chino-Japans, in onze zendo afwisselend ook in het Nederlands, zodat we zicht krijgen op waar de tekst over gaat.
Heel kort gesteld gaat de tekst over het je vrijmaken van al onze ideeën, concepten en oordelen die we in ons dagelijkse leven gebruiken om grip te krijgen en te houden op de werkelijkheid, die ons nogal eens te machtig en te lastig kan zijn om echt aan te gaan.
De hartsutra moedigt je aan om te zien dat die begrippen tussen ons en de werkelijkheid in staan, waardoor we veelal door een gekleurde bril kijken, zonder dat echt te beseffen. En daarmee missen we de directe, concrete realiteit van dit moment en feitelijk van ons leven: we leven als het ware in een soort droom óver de werkelijkheid.. De Hartsutra roept op om te ontwaken uit die droom.
Mijn leraar noemde de Hartsutra altijd een bevrijdingslied. Omdat het me kan bevrijden van mezelf, al is het misschien maar voor even: van alle meningen, oordelen en concepten. die ik alsmaar tussen mijzelf en het concrete leven in zet.
De inzet van Zen is om wakker te worden en te ontwaken in dat wat ons leven werkelijk is, van moment tot moment.
Deze realisatie – die klein kan zijn, zoiets als een aha-ervaring, maar ook grote impact kan hebben – wordt wel eens vergeleken met het bereiken van de ’andere oever’.
De laatste regels van de sutra luiden: ’gegaan, gegaan, naar de andere oever gegaan, aan de andere oever aangekomen, allen zij heil’.
Deze regels gaan over het gaan van de Weg je leven, om aan de andere oever aan te komen. Dat kun je natuurlijk lezen als je fysieke dood, maar voor Zen verwijst dit duidelijk naar het moment van ontwaken, het sterven aan je droom, aan je ‘kleine ik’ zou je kunnen zeggen.
In Zen blijkt die andere oever uiteindelijk niets anders te zijn dan ons gewone dagelijkse leven met al zijn routines, ups en downs, vreugde en verdriet, mazzeltjes en tegenslagen…kortom, zoals een menselijk leven eruit ziet.
We komen aan bij onszelf als het ware. Ook in zazen komen we nergens anders aan, dan bij precies hier en bij onszelf. Maar je kijk erop en je waardering ervan kunnen daarin kantelen. Dat wat je zo moeilijk vond of niet te pruimen, komt in een ander licht te staan: er is een ander perspectief, een ander gevoel. In Zen heet dat een bevrijd én bevrijdend perspectief.
De laatste uitroep is dan ook van belang; ’allen zij heil’ drukt uit dat we deze bevrijding voor iedereen wensen.
Natuurlijk vallen we ook regelmatig weer terug en lijden we aan onszelf en de wereld. Maar dan gaan we weer op weg, richting de andere oever. In een steeds duidelijker wordend besef dat deze én de andere oever niets anders zijn dan de wisselende perspectieven op ons leven.
En dat we alsmaar precies op déze oever staan: die van ons concrete dagelijks leven. Alleen het in-en uitzicht kan veranderen. Leven we een smal en verengd leven gevangen in ’ik-mij-mijn’ of zijn we in staat te zien dat het groter en grootser is dan dat we kunnen bedenken.
Moge alle levende wezens bevrijding vinden en ervaren.
Drs. P. schreef een tamelijk briljant lied over de ene en andere oever en hoe die elkaar afwisselen. Hier te vinden (duurt 4.33 min).
* Hart heeft hier niet de betekenis van ons woord ’hart’, maar verwijst naar het Chinese ’Hsin’: hart/geest; het grote bewustzijn dat hoofd en gevoel/intuitie insluit.
