Een sesshin is een intensieve Zenretraite waarin: hart en geest samen gebracht worden, gebundeld als het ware. Om de turbulentie van ons leven wat tot rust te laten komen, waardoor helderheid en inzicht een kans krijgen op te komen.
Inzicht in je leven, waar het over gaat, ten diepste, wat echt belangrijk is en wat minder. Hoe lijden ontstaat en hoe je je ermee uiteen kunt zetten.
In Zen spreken we dan traditioneel over de grote zaak van leven, geboorte en dood. Klinkt wat ronkend misschien, maar er zijn of komen momenten in ieders leven waarin deze kwesties spelen en vragen om een antwoord.
In een sesshin krijgt ‘de geest’ de kans tot rust te komen. Zoals water tot rust kan komen en je er dan doorheen kunt kijken.
De Daoïsten noemen dit: het vasten van de geest. Denken, voelen en willen worden even op rantsoen gezet.
De eeuwige prikkels van buitenaf – TV, sociale media, partner, kinderen, vrienden – het belangrijk ook: je neemt de ruimte om je er even niet mee te hoeven bemoeien.
Immers zolang de stormen van buitenaf en de ondergrondse stromingen van binnenuit het water alsmaar in beroering brengen, blijft het water troebel en zie je niet de diepte.
In een sesshin valt de gebruikelijke externe invoer weg en worden de interne prikkels helder. Je krijgt de tijd om die op te merken en te onderzoeken, niet wetenschappelijk of alleen maar psychologisch, maar heel dicht op de huid: ervarend, voelend, ziend wat ze met je doen en hoe ze je op sleeptouw kunnen nemen of je juist in de afweer doen schieten.
Maar ook ga je leren hoe je eruit kunt blijven en je telkens weer terug kunt komen naar adem, lichaam, de situatie, je leven van dit moment.
Sesshin gaat niet zozeer over het veranderen van jezelf en je leven, maar vooral om het te onderzoeken, te zien voor wat het is en er diep mee vertrouwd raken. Vanuit de helderheid en intimiteit die daaruit kan voortkomen, ontstaan als het ware vanzelf inzichten over wat te doen en wat niet te doen in je leven.
Heel intuïtief, vaak zonder precies te weten waar het vandaan komt, komen veranderingen vanzelf tot stand, als dat aan de orde is. Ík hoef niet te veranderen, die vinden plaats uit zichzélf omdat het niet anders meer kan. Dat zie je en voel je en is volstrekt duidelijk.
Er zijn veel prachtige verhalen over dit ’vasten van de geest’ uit de traditie van Zen en Tao. Een van die verhalen gaat over een handwerksman die een verbazingwekkend prachtig hangraam voor een klok aflevert, waarop de keizer hem vraagt hoe hij dat in godsnaam voor elkaar heeft gekregen.
In zijn antwoord spreekt de man over het vasten van het hart.
’ Na drie dagen vasten koester ik geen gedachten meer over succes, beloning, positie of promotie; na vijf dagen denk ik niet meer aan lofbetuiging, vaardigheid of onhandigheid’.
Na zeven dagen valt het hele idee van Zelf weg, bestaat er geen vorst of hofhouding meer, is al zijn kunnen geconcentreerd en vallen alle stoornissen van buiten weg. Dan gaat-ie naar het bos, zoekt een geschikte boom en kijkt net zolang tot hij het voltooide hangraam erin ziet. Dan begint hij er pas aan.
Stokt het proces ergens, zo stelt hij, dan begint hij er niet aan.
(Uit K. Schipper 2007, Zhuang Zi, de volledige geschriften p.253)
Blijkbaar gaat het over je zó kunnen losmaken van alle gedoe – dat van buitenaf en binnenuit op ons af komt – dat je vrijuit expressie kunt geven aan je leven en vaardigheden.
Hier is dat het vakmanschap van deze handwerksman, maar dit gaat ook over onze potentie als mens om ons leven zo volledig tot expressie te brengen, dat het uitmondt in een levenskunst van een bevrijd en bevrijdend bestaan.
Bijna iedereen is wel bekend met de daoïstische beofeningen van Tai Chi en Qi Gong. Maar in de twee voor ons meest bekende daoïstische geschriften – de Daodejing en de Zhuang Zi – vind je nauwelijks aanwijzingen voor meditatie beoefeningen zoals we die in de beoefening van zazen hebben.
Maar dit ‘vasten van de geest of het hart’ is natuurlijk wel degelijk een beoefening, alleen ligt de nadruk altijd op ‘doen middels niét-doen’, het beroemde paradoxale Wu Wei.
En niet (iets) doen is natuurlijk tegelijk ook iéts doen en vraagt vreemd genoeg een behoorlijke inspanning. Voor ons doeners en aanpakkers is dat vaak een hele lastige.
Zowel de praktijk van Dao als van Zen richt zich op steeds stiller en ’minder’ worden: er niet meer zo op uit te zijn om ’iets speciaals’ of bijzonder te worden, maar gewoon je alledaagse Zelf te kunnen zijn.
Steeds eenvoudiger en pretentielozer worden… en gek genoeg knappen we daar vaak enorm van op en kunnen we juist daardoor vrijer en levendiger functioneren.
Wat bij tijd en wijle – zoals bij deze handwerksman – tot onverwachte en prachtige uitkomsten kan leiden.
