Sangha (Gemeenschap)

‘ Op een keer wilde Ananda zijn waardering uitspreken voor het samenleven van de bhikkhus (monniken) en zei: ‘Eerwaarde heer, dit is de helft van het heilige leven: goede vriendschap, goed gezelschap, goede kameraadschap.’ Maar de Boeddha antwoordde krachtig: ‘Nee, Ananda! Nee, Ananda! Dit is het gehele, heilige leven: goede vriendschap, goed gezelschap, goede kameraadschap. Wanneer een bhikkhu een goede vriend heeft, een goed gezelschap, een goede kameraad, dan mag verwacht worden dat hij het Edele Achtvoudige Pad zal ontwikkelen en cultiveren. 

De waarde van de sangha ligt onder meer in de erkenning dat je ‘de weg’ niet – of althans moeilijk – in je eentje kunt doen.

We hebben elkaar nodig: we hebben medereizigers nodig op onze weg en gidsen die de weg uit eigen ervaring kennen of op zijn minst een stuk van die weg: met al zijn bochten, afgronden, doodlopende wegen, maar ook met zijn bevrijdende uitzichten en de vreugde van het gaan zélf. 

Elkaar steunen in de beoefening en praktijk is belangrijk.
Ermee beginnen is één; ermee doorgaan gaan is een tweede: om je kompas te blijven richten op een bevrijd en bevrijdend leven.
We kennen allemaal de droge, soms harde of zelfs wanhopige tijden, waarin ook Zenbeoefening een tamelijk zinloze exercitie kan lijken. 

De weg is niet eens zo moeilijk omdat mediteren moeilijk is: als je eenmaal zit, gaat het meestal wel. Eigenlijk is meditatie simpel en basaal.

Maar het kost moeite om elke keer weer die tijd en ruimte te nemen om even iets heel anders te doen dan wat je ‘normaal’ doet. Om in de druk van de dagelijkse hectiek van tijd tot tijd de boel even de boel te laten en je de gelegenheid te bieden op adem te komen, bij zinnen.

En daarbij kunnen we elke aansporing, elke herinnering heel goed gebruiken.
Om je te herinneren aan wat er werkelijk toe doet in je leven, wat heilzaam is. Om een gevoel van innerlijke rust te ervaren dat onafhankelijk is van de uiterlijke omstandigheden. 

Hoe de sangha kan werken werd me ooit helder toen ik – in Nijmegen zo’n 35 jaar geleden – na hevige twijfel of ik wel naar de groep zou gaan, van mijn leraar te horen kreeg: ‘als je twijfelt of je naar de zendo zult gaan, kom dan gewoon. Als het niet voor jezelf is, doe het dan voor de anderen.’
Die zin heeft me nooit meer verlaten. 

Zentrum ligt aan de Oudegracht in Utrecht, midden in de hectiek van de grote stad. In die hectiek  – en vooral in die van onszelf –  willen we een oase van bezinning zijn, een tempel van beoefening.

We koesteren de hoop dat Zentrum een ruimte kan zijn die van belang is voor wie wil; een plek waar we ons kunnen oriënteren en zonodig héroriënteren, helderheid kunnen scheppen in ons leven.
Waar we kunnen bijtanken,  op adem en tot onszelf kunnen komen.
Waar we ook troost en rust kunnen vinden als het nodig is.
Tot ons heil en dat van alles en iedereen om ons heen.