Leeg en bevrijd

Geplaatst 27 mrt. 2015  door Willem Scheepers.

In 2004 kwam er een boek op de markt met de titel ‘Leeg en bevrijd’. Het was geschreven door de toen 80-jarige Hein Thijssen, ex-priester, afgestudeerd theoloog en filosoof. Nico Tydeman kwam er mee aan en adviseerde me om het eens te lezen. Ik werd meteen geraakt door de eerlijke en niet-pretentieuze toon. Thijssen beschrijft een pijnlijk, innerlijk proces waar hij doorheen gaat om zich te bevrijden van een soort innerlijke terreur. Hij betitelt die in het boek als ‘het systeem’. Het resultaat van dit proces is uiteindelijk ‘een geheelde mens, leeg van alle cerebrale ballast en volkomen bevrijd. Het is een mystiek en volstrekt a-religieus proces dat universeel en tijdloos is, waar iedereen vroeg of laat in terecht zal komen.’ zo kun je lezen op de achterflap.

Voor mij was het erg herkenbaar en ik heb sindsdien vaak de ‘methode Hein Thijssen’ toegepast zoals ik het noemde. Die methode is eigenlijk niet nieuw, maar vooral door de manier waarop hij het beschreef, werd me nog duidelijker hoe en dát het werkt. Het komt eigenlijk neer op het aloude adagium in spirituele training: durf te kijken naar je krampen, je verslavingen, je vlucht- en vechtneigingen. En durf je te zien wat eronder ligt. Wat is die paniek die maakt dat je niet in het moment kunt blijven, maar er perse uit wilt? Kun je je afweermechanismen onderkennen? En het moeilijkste van alles: durf je stil te blijven staan (te liggen of te zitten) en te voélen, echt te voelen wat het is waarvoor je wegloopt?

Na jarenlange vruchteloze pogingen zijn verscheurdheid op te lossen kwam Thijssen door het lezen van de Tao Teh Ching op het idee om het principe van de Tao over te nemen: alles keert terug naar het natuurlijke, dus óók het onnatuurlijke. Het enige wat je moet doen, is stoppen met te doen, d.w.z. via je verhalen (denken) en afweermechanismen vluchten of vechten voor wat ís. Nou ja, iedereen weet hoe lastig dit is. Onze hele beoefening draait daarom: (mentaal) niets meer doen, een stap terugdoen, kijken, zien, erkennen, geen kloof  tussen jou en wat er is opdat er iets kan gebeuren.

Hij beschrijft op aangrijpende wijze hoe dit proces bij hem ging werken, nadat hij zijn hele leven lang op zoek was geweest naar een bevrijding, die maar niet wou komen, hoe hard hij ook werkte. Hoe hij zich bij tijd en wijlen platgewalst voelt door een soort oerangst die opkomt als hij ‘zijn plek houdt’;  en er met uiterste krachtsinspanning steeds vaker in slaagt om – telkens als ‘het systeem’ getriggerd raakt en de innerlijke alarmbellen afgaan – niet weg te lopen of zich af te sluiten voor wat er gaande is.

Niet zo makkelijk hoor, om niet te zeggen: hondsmoeilijk. Als je de neiging hebt weg te rennen, de koelkast open te rukken, de chipszak open te scheuren, de fles te ontkurken, of wat het ook moge zijn wat je impuls is …..kun je dan stoppen, kijken en voelen?
Als je er eenmaal ínzit, is het bijna niet meer te stoppen. Vlak ervoor kan nog. En dat is goed om te beseffen. Voorbeeld uit mijn eigen leven: als ik de neiging kreeg mijn dochter(s) achter het behang te plakken: zorgen dat ik weg ging. Eruit! Lopen, fietsen, wat dan ook. Niet als vlucht, maar om stommiteiten te voorkomen en even ruimte te scheppen; zodat ik kon afkoelen, kijken, erkennen, voelen en zién. Eerlijkheidshalve: dit lukte lang niet altijd, maar op den duur werd dit wel een manier om heilzamer om te gaan met mijn aanvallen van buiten bewustzijn raken.

Dit zijn belangrijke momenten waarin je iets kunt ontdekken over jezelf en waarin een kans zit om het oude brandbare materiaal langzaam maar zeker te ontdoen van zijn ontstekingsmechanismen. Thijssen constateert op een gegeven moment – en dat ging niet van de ene op andere dag – dat er geen materiaal meer was, dat ontstoken kon worden. Uiteindelijk voelt hij zich werkelijk leeg en bevrijd en is in staat om zijn leven, álle leven, te waarderen en te genieten zoals het is, komt en gaat.

In zijn openhartigheid en eerlijkheid ervoer – en ervaar ik dit werk opnieuw – als een aanmoediging op mijn weg; een weg die gaat van een vasthouden aan een Ik dat zich in zijn aangekoekte identiteit voortdurend moet beschermen, naar een meer en meer loslaten daarvan; waardoor er veel meer contact kan ontstaan met een realiteit die echter, voller, opener en groter is.

In dit proces is het wel van groot belang dat je niet verzuipt in de opkomende emoties en gevoelens, maar dat je contact houdt met de realiteit van ‘hier en nu’. De oude pijn is bijna altijd verbonden met gevoelens uit je kindertijd waarin je niet anders kon doen dan dissociëren of het desastreuze gevoel van totale eenzaamheid en troosteloosheid – zoals Thijsen dat omschrijft – af te weren op welke manier dan ook. Er moet dan iets zijn dat je durft te vertrouwen of waarin je durft te geloven, waaraan je je durft over te geven en dat je hiér houdt. In zijn geval was dat het vertrouwen of geloof in de wijsheid van Tao en zijn overgave daaraan. Als Boeddhist wellicht het vertrouwen in zoiets als onze Boeddha natuur. Als Christen of Moslim het geloof in God. Je kunt ook zeggen: je volwassen-bewustzijn. Maakt niet uit. Maar er moet iets zijn dat je óók hier houdt, anders bevestig je in feite alleen nog sterker ‘het syteem’

Hein Thijssen zegt het zo: ‘Het was dus een kwestie van getuige-zijn als een buitenstaander, maar voelen als een insider.’

Lijkt veel, heel erg veel, op wat we in zazen doen, toch? Natuurlijk wist ik dit al tijden. Maar hoe diep? Door zijn verslag en beschrijving viel voor mij toen het kwartje een etage dieper en gaf het me een nieuw inzicht en een nieuwe impuls om er daadwerkelijk mee te werken; iets waar ik hem nog steed erg dankbaar voor ben.

Ik ervoer Hein Thijssen als een warme en vriendelijke man. Ik heb hem in die tijd een keer uitgenodigd in Zentrum om te komen vertellen n.a.v. zijn boek. Een van de dingen die ik me herinner is dat hij later aan de telefoon zei getroffen te zijn door de aanwezigen die hij omschreef als: ‘wat een lieve mensen!’

Hein Thijssen is gestorven in 2008 op 84-jarige leeftijd, leeg en bevrijd.