Zorgen

Lewis Richmond schrijft in ‘Work as a spiritual practise’ behartenswaardige dingen over bezorgdheid. Om te beginnen dat het ‘erbij hoort’.
Niet onbelangrijk: soms wordt nog wel eens de indruk gewekt dat spiritualiteit je vrij maakt van zorgen en andere soorten van menselijke ongenoegens. Hier en daar geïllustreerd met foto’s van mooie jonge vrouwen die uiterst onbezorgd zitten te mediteren, liefst op een exotisch strand, meestal Bali. Mooi om te zien dat wel.

Maar spiritualiteit is geen truc om iets te verwerven of kwijt te raken. Veeleer kan bezorgdheid zélf, zoals alles wat je tegenkomt in je leven, een spirituele oefening zijn.
Daarbij komt het altijd weer neer op de innerlijke houding die je inneemt.
Een houding van onderzoek en verheldering. Zolang we van iets áf willen en iets prettigers ervoor in de plaats willen hebben (en wie wil dat niet als het leven je zwaar valt), werkt het niet echt.
Je bent dan zó druk aan het werk, dat de aandacht voor wat echt speelt, erbij inschiet. We willen weg van de spanning  – in dit geval de bezorgdheid – en het instinctmatige, biologisch gefundeerde lust-onlust-principe is al aan het werk om zich uit de nesten te werken voordat je het in de gaten hebt. Het vereist dat je bijzonder wakker en alert bent om dit te zien en er dan ook nog eens niet in mee te gaan.
‘Wees wakker!’ is de eeuwige aansporing in Zen. Vandaar.

Nog een paar mooie zinnen uit Richmond:  ‘Bezorgdheid is de manier waarop de geest probeert met angst om te gaan…’ en  ‘Net zoals angst, moed in ontwikkeling is,
is bezorgdheid wijsheid in ontwikkeling’.

Het werken met bezorgdheid of andere lastige gevoelens, lijkt veel op koanstudie.
Een koan is een schijnbaar onoplosbare vraag of kwestie die in Zentraining gebruikt wordt om studenten wakker te maken en tot inzicht te brengen. Koanstudie kun je zien als het iemand een flinke kopzorg bezorgen, waar-ie met datzelfde hoofd ook nog eens niet uitkomt.

Een koan werkt hetzelfde als een probleem, waarmee je in je maag zit en waarvan je het antwoord niet zo maar even kunt ophoesten. De kunst in koanstudie is om  de vraag echt de vraag te laten zijn en niet meteen de oplossing te willen hebben. In deze tijd niet zo makkelijk, waar je met één druk op de knop bijna alle antwoorden kunt vinden.
Maar deze vragen dus niet.

De Duitse dichter Rilke stelde dat we de vraag moeten leren liefhebben en die dienen te gaan léven. ’….Misschien zul je dan, op een dag in de toekomst, geleidelijk, zonder het zelfs te merken, je leven leiden in de richting van het antwoord’.

Dat is niet makkelijk: we willen de spanning die een onopgeloste vraag geeft, het liefst meteen oplossen. Maar ‘de jus’ in het werken met een vraag of een koan zit ‘m nou net in het proces dat je moet doormaken om tot het antwoord te komen.
Precies daar, in dat proces, kan bezorgdheid transformeren tot wijsheid.

Want in dat proces gebeuren vaak de mooiste dingen.
We moeten op de vraag zitten zoals een kip op een ei, met datzelfde vertrouwen dat er iets uit gaat komen. Warm houden dus en erop broeden, alleen niet met je hoofd alleen; maar net als de kip: met je hele hebben en houwen.
(Zen)meditatie is een kans om ons onbewuste denken te laten werken met alles wat opkomt. En als dat zorgen zijn, dan zijn het zorgen en zitten we ermee.
Maar als het effe kan: op een zorgeloze wijze. Hoe doe je dat?

Door je voor het moment dat je zit, je even vrij te maken van die extra zorg, die we er altijd weer aan toevoegen. Dit is een koan op zich: hoe kun je zorgeloos ‘zitten’ met je zorgen, met je angsten, je (wan)hoop, je verdriet, kortom alle ‘lastige’ gevoelens en ervaringen.

Zorgeloosheid vind je terug in de verhalen van de grote leraren, die temidden van de grote zorgen van hun leven en hun tijd, tegelijk een zorgeloosheid aan de dag konden leggen die inspirerend en aanstekelijk werkt.

Kijk weer eens naar plaatje tien, het laatste plaatje van ‘Het temmen van de os’.
Alles is doorgeploegd, onderzocht en doorgewerkt. Hoewel modder en stof – de aardse werkelijkheid met alle gedoe – hem overdekken, stralen zijn ogen en glimlacht hij breed.

De bijbehorende tekst luidt aldus:

Als een zwerver naar de markt, met modder en stof overdekt.
Stralende ogen, een brede glimlach. 
Er is geen behoefte aan wonderen en magische krachten der goden.
Een ontbladerde boom die hij aanraakt, staat terstond in bloei

Wellicht gaat onze beoefening ook over hoe we temidden van alle zorgen, een zekere zorgeloosheid kunnen ontwikkelen. Kun je ze hébben, zonder dat ze je onderuit schoffelen; kun je rechtop blijven temidden van het gedoe van ons leven, van wat Boeddha ‘dukkha’ noemde. Dukkha is integraal onderdeel van ons leven, het hoort erbij. Maar we kunnen er op een bevrijdende manier mee leren omgaan.
En dan leidt je een ander leven.